Geen onschuldigen vast!

Het nieuwe bewijs tegen Louwes

Op 1 juli 2003 was Ernest Louwes weer thuis dankzij een uitspraak van de Hoge Raad. Het mes waarop hij tot 12 jaar was veroordeeld bleek het moordwapen niet te zijn en de speurhond had blijkbaar een fout gemaakt..

In december 2003 begon het herzieningsproces in Den Bosch. Er werd verwacht dat dit proces zou leiden tot de definitieve vrijlating van Ernest Louwes. Een uur voor de start van het proces in Den Bosch op 8 december 2003 werd aan de advocaat van Ernest Louwes gemeld dat er DNA-sporen aangetroffen waren op de blouse van de weduwe.

Voor de tweede zittingsdag op 26 januari 2004 was nog aanvullend onderzoek gedaan door het NFI. In het rapport van het NFI staat een expliciete waarschuwing. “In tegenstelling tot DNA-profielen van klassieke biologische sporen –zoals bloed en sperma- vormen DNA-profielen van contactsporen over het algemeen geen direct bewijs. Wel hebben zij mogelijk een indirecte bewijswaarde. Het probleem bij contactsporen is dat er vaak tal van plausibele alternatieve verklaringen te vinden zijn voor de aanwezigheid van niet nader te specificeren celmateriaal op een plaats delict of op een stuk van overtuiging.”

In de rapportage van het NFI staat aangegeven dat er twee mogelijke verklaringen voor de gevonden sporen zijn. Het bezoek van Louwes aan de weduwe op de ochtend van de moord of tijdens de moord zelf. Vooral door de mondelinge toelichting van Ing. Eikelenboom komt het hof tot de conclusie dat de sporen er tijdens de moord moeten opgekomen zijn. Het alternatieve scenario wordt afgewezen. (Tijdens het proces verklaart de huishoudster trouwens voor de eerste keer dat Louwes de ochtend van de moord wel de weduwe bezocht heeft. Iets dat de mensen van het NFI nog in 2006 expliciet betwijfelen).

In het arrest van Den Bosch waarin het arrest van Arnhem (12 jaar wegens moord) wordt bevestigd, wordt nu wel gesteld dat het motief onduidelijk is. En Louwes gaat na een onderbreking van meer dan 7 maanden weer de gevangenis in. Tegen dit vonnis met compleet nieuw bewijs dat enkele uren voor de start van het proces is ingediend is geen Hoger Beroep meer mogelijk.

Het bezwaar dat bij de Hoge Raad wordt ingediend dat na de fouten van het OM bij het Hoger Beroep in Arnhem in 2000 het OM de gelegenheid kreeg zich te revancheren, zonder dat daar vervolgens nog een keer Hoger Beroep kon worden ingesteld, wordt door de Hoge Raad afgewezen.

Door het onderzoek dat in 2006 is gedaan blijkt dat eveneens bij het vonnis in Arnhem in 2000 wederom andersom is geredeneerd. Louwes is de dader en alles wat gevonden wordt, plaatst men in dat kader. Uiteindelijk blijkt van al die argumenten uit 2004 niets over te blijven, zoals hier uitgelegd wordt.

Terug naar basispagina